2012: Prinsz Daan den eerste

Vraag 1: Weet je wel waar je “ja” tegen hebt gezegd?

Uhm, ik denk het wel, 4 dagen bier drinken en onderscheidingen uitdelen, toch?

Vraag 2: Ga je dat 4 dagen volhouden?

Jazeker!

Vraag 3: Wat wordt je eerste goede daad als Prinsz?

Tapa’s snijden!

Vraag 4: Heb je al een logeeradres in Ulft?

Yep, bij mijn zusz aan de Bongersstraat. (oude politiebureau)

Vraag 5: En mogen we daar eieren bakken?

Ik denk het wel. Het worden dan trouwens eieren van onze eigen kippen!

Vraag 6: Je studeert in Tilburg, waarom vier je daar geen carnaval?

Omdat het bij de Szoepstengels veel gezelliger is! Carnavals muziek zoals in Brabant is eigenlijk ook helemaal niet leuk……

Vraag 7: Verliefd? Verloofd? Getrouwd?

Helemaal vrijgezel!

Vraag 7a: Ga je daar wat aan doen tijdens carnaval?
Ik sta open voor suggestiesz!

Vraag 8: De dilemma-vraag:

Pinkpop of Huntenpop? Pukkelpop
Kermis of Carnaval? Carnaval!
Patat of Pizza? Pizza
Kroket of Frikandel? Kroket
Bier of Flügel? Duikbootje
Wintersport of zonvakantie? Zon!

Vraag 9: Denk je nog potentiële nieuwe leden mee te brengen?

Ik ga voor 50 !

Vraag 10: Op welke avond speelt de best band?

Op maandag! Dus als ik ga tappen, liefst op een andere avond!

Vraag 11: Bevalt het tot nu toe?

Heel goed, ik klaag niet!

Ten eerste:
Hoi ik ben Daan, het kan zijn dat je me nog niet zo goed kent,
Maarja, dat krijg je als je net geboren bent..
Ja, de verjonging heeft toegeslagen,
We gaan het er dit jaar op wagen,
Ik heb al de sfeer kunnen proeven,
Bij de szoepstengels is het goed toeven.
Vandaar dat ik nu voor jullie kom staan
Kiek us aan, ik ben Prinsz Daan.

Ten tweede:
In Zevenaar ben ik geboren,
Met zo’n plee-ontstopper over mijn oren
Groot geworden ben ik op de Gaanderense hei
Daar staan ook de rest van de beesten in de wei
ik heb een kleine en grote zus
het is maar dat jullie het weten, dusz.
Ik zal met het voorstellen verder gaan
Hoi, ik ben Daan

Ten derde:
Tilburg is de stad waar ik studeer,
Bedrijfseconomie is wat ik daar leer
In de accountancy vind ik mijn baan,
Mocht je het nog niet weten, mijn naam is Daan.

Ten vierde:
4 jaar geleden vond ik verkleden overbodig,
Ik dacht : dat heeft zo’n knappe vent toch niet nodig
Nu weet ik: bij de szoepstengels kan het niet fouter,
Wie weet kom ik ooit nog als kabouter!
Met mijn szoepstengel-leerfase is het nog niet gedaan,
Tja, Ik ben dus Daan

Ten vijfde:
Nog nooit van gehoord, wat is nou eigenlijk de Pol
Ik ben er niet van op de hoogte, het interesseert me ook geen hol.
Maar goed, zoals ik hoor gaan ze over de kop,
Het klinkt voor mij als een grote flop.
Ze hebben er zelfs leden van de szoepstengels voor nodig
Zijn die dan hier nu overbodig?
Ik weet het ook niet, ik lul maar wat aan,
Jullie weten het al hè, ik ben Daan.

Ten zesde:
De shotjes avond is mij goed bevallen,
Ik zou zeggen laat de dopjes maar weer knallen
Het lekkerst vond ik de zure matjes
De volgende dag had ik geen kater, maar een leger aan katjes.
Met een glaasje drinken sta ik graag vooraan,
Jaja, het is echt zo, mijn naam is Daan

Ten zevende:
Met de elfde van de elfde konden ze niet,
Maar ze zijn nu hier zoals u ziet,
Ik ben nieuw en weet niet hoe ze heten,
Maar dat zullen jullie allemaal wel weten.
Laat ze zo maar weer spelen gaan,
Nog ff wachten hoor, want eerst spreekt Prinsz Daan.

Ten achtste:
Voor mijn vrienden is één ding van belang
Het is belangrijk dat je er bent tijdens carnaval, 4 dagen lang!
Ik ben blij dat ze ook bij de szoepstengels zijn,
Met hun erbij voel ik mij niet meer klein.
Jullie weten vast wel hoe we nu verder gaan,
Het is nog niet de laatste keer: Hoii, ik ben Daan.

Ten negende:
Holandse tapa’s kan ik al goed snijden,
Daar kan ik jullie wel mee verblijden.
Zelfs het vel haal ik van de worst
Da’s toch ook niks, zo`n harde korst
Jaja, er is een nieuwe ster aan de hemel gerezen,
Met tapa’s snijden heb ik me wel bewezen.
De hapjes komen er zo weer aan,
Daar zorg ik wel voor, want ik ben Daan.

Ten tiende
Mijn adjudanten, alias peetoom en peettante,
Gaan al lange tijd mee, en weten wel van wanten.
Hoewel wij elkaar nog niet goed kennen
Weet ik zeker dat dat we wel aan elkaar gaan wennen
Bertus en Liszanne -kom maar bij mij staan.
Hallo, ik ben prinsz Daan.

Ten elfde:
Ik hoop dat jullie een goed beeld van me hebben gekregen
Zover ik weet heb ik niets verzwegen.
Ik weet , ik ben fabuleus, maar ook enigszins nerveus,
Maar nu ff serieus, hier komt dan eindelijk de leusz:
Ik hoop dat ik deze carnaval als prinsz ga pieken:

Ik kom net kieken!